Neem de kop ‘Sapperdeklap’ bij een foto van vechtende clowns, of, boven een bericht over het mogelijk verdwijnen van de Hema, ‘Worstcase scenario’. En ook mooi, toen de gemeente Amsterdam zich tot genderneutraal taalgebruik bekeerde: ‘Dag dames en heren!’
Het is het werk van de koppenmakers van De Telegraaf, die in de beste traditie van de Angelsaksische tabloids het bedenken van associaties en woordspelingen tot een vorm van kunst hebben verheven.
Taalkundige Joke de Lange, die in 2008 op krantenkoppen is gepromoveerd, legt in haar proefschrift het verband tussen ervaren koppenmakers en kleine kinderen. Beide groepen hanteren de ‘psycholinguïstische mechanismen’ van de hersenen om de taal zo efficiënt mogelijk te gebruiken, zoals door het weglaten van lidwoorden, aldus De Lange.
Ook het Algemeen Dagblad wist er wel raad mee. Over de volle breedte op de voorpagina: ‘PvdA rood van woede’, en nog zo’n juweeltje op een binnenpagina: ‘Politie heeft appeltje met groenteboer te schillen’.
Een meester van het woordenspel was Telegraafjournalist Michiel Hoogers (in 2013 overleden), wiens kop boven een foto van de zegetocht door de Amsterdamse grachten van het Oranje-elftal dat tweede was geworden op het WK in Zuid-Afrika, van een sublieme eenvoud getuigde: ‘Zilvervloot’.
Toen Erik Dekker voor de tweede keer een etappe in de Tour van 2000 had gewonnen, rolde dit juweeltje uit de mouw van de koppenmaker: ‘Dubbeldekker’. Bij de dreigende sluiting van de hoerenboten in Utrecht heel gewaagd: ‘Erop of eronder voor prostituees’, en niet minder snedig bij een diefstal van putdeksels: ‘Van de pot gerukt’.
Een kop kan ook uit de rails vliegen, zoals gebeurde toen de problematiek rond asielzoekers in koeienletters teruggebracht werd tot ‘Kansloze asielplaag’, waarna een storm van kritiek op de wakkere krant neerdaalde; de vergelijking met de smerige kop ‘Jodenplaag’ boven een artikel in het antisemitische blad De Misthoorn uit 1941 was al snel getrokken. Ook Telegraaf-redacteuren namen afstand van deze fikse uitglijer.
Het genre ontstond toen mediatycoon Rupert Murdoch in 1976 The New York Post en in Engeland The Sun overnam en succesvol ombouwde tot unverfroren rechts-populistische tabloids. Niets geeft meer voldoening dan iemand in de subway even te zien glimlachen als hij een pagina omslaat en als eerste mijn kop leest. Dat is mijn Yes!- moment,” aldus New York Postredacteur en -koppenmaker Barry Gross.
Met eerbied noemt hij de naam van collega Vincent (Vinnie) Musetto, de bedenker van wat de briljantste headline uit de geschiedenis van de tabloidpers genoemd mag worden: ‘Headless body in topless bar.’
Het geschiedde op 14 april 1983 dat in de New Yorkse wijk Queens een onthoofd lichaam werd gevonden in een topless bar. De psychopaat Charles Dingle schoot bareigenaar Herbert Cummings een kogel door het hoofd, waarna hij een van de aanwezige vrouwen dwong het slachtoffer te decapiteren. Musetto, de dienstdoende nachtredacteur, plukte het bericht van de politietelex, checkte of de anatomische gruwelen conform de werkelijkheid waren en had ‘in een flits’ zijn kop te pakken.
De kop sloeg in als een bom en ging los van de New York Post een eigen leven leiden als running gag in het satirische Saturday Night Live en de Late Show van David Letterman. Het bezorgde Musetto en zijn kop een cultstatus. In 1995 was hij eregast op de première van de film A Headless Body in a Topless Bar met Raymond J. Barry in de hoofdrol, losjes gebaseerd op het bloedbad in de bar in Queens.
In 2011, na veertig jaar trouwe dienst, waarvan de laatste jaren als freelance filmrecensent, zag Musetto zijn eigen kop rollen. Per e-mail werd hij in een paar kille regels ontslagen: ‘Dear Vincent, I’m sorry, but because of budget cutbacks we cannot give you any further reviewing assignments. Your review of The Grandmaster next week is your final assignment.’
Zwaar gebruuskeerd stuurde Musetto de mail door aan zijn collega’s met het wrange commentaar: ‘After 40 years at post, during which I wrote ‘Headless Body in Topless Bar’ it has come to this.’
Vincent Musetto overleed in 2015 op 74-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. In The New York Times verscheen een uitgebreide necrologie als eerbetoon aan de man ‘who wrote the most anatomically evocative headline in the history of American journalism’.