Veertig jaar heeft het geduurd voordat de beerput aan wangedrag en intimidatie op de werkvloer van Studio Sport openbarstte. Maar terwijl het gros van de media nu focust op de namen en rugnummers van presentatoren, blijven de onderste lagen onaangeroerd. En juist daarin schuilt de verklaring voor het structurele seksisme, het racisme en de achterstelling.
Toen ik in 1990 na een open sollicitatie aan de slag ging als presentator/verslaggever/commentator (toen nog onder de naam Griselda Visser) werd me al snel duidelijk hoe de apenrots vol reference men (wit, gemiddeld 1.80 m, grote bek) ingericht was: niet de chef sport had de feitelijke leiding, maar het hoofd regie, die een eigen koninkrijkje bestierde met eigen gunstelingen.
Aangezien de chef – laat ik hem gemakshalve Bokito 1 noemen – de managementstijl MBEO hanteerde, Management by Emotional Outbursts, was dat de norm: schreeuwen bij gebrek aan argumentatie, kleineren en achterbaks gedrag. Vrijwel iedereen met een portie gedelegeerde macht vertoonde dit gedrag. In mijn situatie betekende het vuige redactieroddels als zou ik ‘het neukertje van de chef’ zijn en dat ik ‘alleen maar was aangenomen vanwege mijn jukbeenderen’.
Toen duidelijk werd dat ik over tien jaar ervaring in de sportjournalistiek en presentatie beschikte, veranderden de sabotagepogingen: een gefrustreerde eindredacteur, die van de buis was gehaald, foeterde me vlak voor een uitzending uit in de hoop dat ik de presentatie zou verknallen. Redacteuren die informeerden ‘wanneer ik van plan was zwanger te worden’. Een vrouwelijke regisseur die meedeelde dat ‘de chef had aangegeven dat ik mijn lange haar moest afknippen’. Iedere kifterige poging weerde ik af. Tot vervelens toe.
Waarschijnlijk had ik er vanwege m’n grote liefde voor sport langer gewerkt dan drie jaar, maar toen ik gedwongen werd in vaste dienst te treden, waarbij als extra pressiemiddel m’n facturen niet meer betaald werden, heb ik afscheid genomen. Een jaar later, in het bezit van de eerste Verklaring Arbeidsrechtelijke Relatie ooit en aan het werk bij RTL Sport, kwam ik erachter dat Bokito 1 me voor de bus had gegooid door tegenover het UWV te verklaren dat ik ‘slechts teksten van anderen oplas’.
Veertig jaar lang is de man de maat geweest bij Studio Sport, waarbij het hufterige gedrag gekopieerd werd door vrouwelijke medewerkers met gedelegeerde macht. Nu enkele betrokken presentatoren hun reputatie proberen te redden door de vlucht naar voren te kiezen en er een heel meningencircus is losgebarsten, wordt stelselmatig over het hoofd gezien dat honderden jonge mensen door de jaren heen gedesillusioneerd, gekrenkt en gebroken via de achterdeur het Media Park verlaten hebben.
Want om hen gaat het: de onzichtbaren, wier talent in de knop gebroken is. En om het antwoord op de elementaire vraag: Hoe nu verder? Bij deze: stel een vrouwelijke chef-sport aan plus vrouwelijke eindredacteuren. Stel de programmering bij op basis van evenredige aandacht voor vrouwen- en mannensporten, ook al omdat de NOS vrijwel alle wedstrijdlicenties (Champions League, Olympische Spelen) kwijtgeraakt is. En haal eindelijk eens het nieuws met progressief en inclusief beleid, en uitzendingen die gelijkberechtiging tonen. Daar betaalt iedere Nederlander namelijk belasting voor.